Mandenmakers

Mandenmaken was rond 1900 en ver daarna één van de belangrijkste industriën in Kerkdriel. Er was een heuze houtvlechtschool en er werd handel gedaan met Engeland.

De foto

Klik op de vraagtekens voor meer informatie.

pointer
×

Wissen

Droge wissen worden slechts buigzaam na het weken hiervan. Brute wissen dienen al naargelang de dikte, de soort en de temperatuur één tot drie weken in het water te liggen. Aan dit water wordt niets toegevoegd. Ze zijn dan enige dagen tot enkele weken verwerkbaar. Geschilde wissen hebben genoeg aan een paar uur water. Ze worden best ’s avonds geweekt en nachts afgedekt in het gras of de dauw gelegd. Beschikt men niet over een waterbak dan volstaat, meestal na de zomer, een avond in de mist op gras soms ook wel. Ze dienen spoedig verwerkt te worden omdat ze zeer vlug terug uitdrogen en dan hun buigzaamheid verliezen. Maar het voordeel is dat witte wissen, in tegenstelling tot brute, een paar keer geweekt kunnen worden. Vandaar dat een witvlechter niet buiten werkt. Hij verkiest een eerder vochtige omgeving. Soms werkte men zelfs in kelders. Oude foto’s tonen dikwijls witvlechters buiten aan het werk. Dit zijn geposeerde opnamen die omwille van belichting enkel buiten konden doorgaan.

pointer
×

Materiaal

Het materiaal waar in de Lage Landen traditioneel mee gevlochten werd, is de eenjarige scheut van de wilg;(Salix), die ook wel de wis wordt genoemd. In de Ardennen werd ook wel hazelaar gebruikt. Hiervoor wordt een andere techniek gebruikt en dit werd meestal slechts toegepast voor eigen gebruik.

Voordat men kan beginnen te vlechten is er reeds een jaar aan intensieve teeltzorg met veel handenarbeid gepasseerd. Dat maakt dan ook dat het materiaal niet goedkoop is. Wissen mogen gerust enige jaren overliggen. Daar worden ze alleen harder, taaier en beter van. Brute wissen bewaren minder lang. Er komen sneller insecten in. Er kan gewerkt worden met:

  • brute wissen (met de schil erop)
  • gebufte wissen (bruin, geschild na koken)
  • witte wissen (geschild)
  • gekloven wissen
  • schenen; dit zijn gekloven wissen die vlak geschaafd en eventueel op breedte getrokken werden (voor fijn werk)

Een vlechter heeft een heel assortiment wissen in verschillende lengtes, diktes en soorten nodig. Voordat men begint te vlechten, dient het materiaal te worden uitgezocht, passend naar lengte, dikte en soort voor:

  • staken voor de bodem
  • vlechters voor de bodem
  • staken voor de wand
  • volvlechters voor de wand
  • eventueel bijstekers, kimmen, cordons...
  • oren onderhengel, hengsel

Er wordt meestal een andere, betere soort gebruikt voor de staken van fijn werk, omdat hiermee ook de boord wordt gevlochten. De wissen die hiervoor gebruikt worden, dienen meer manipuleerbaar en buigzamer te zijn dan die gebruikt voor het volvlechten van de wand. Een boord met knikken of breuken oogt niet.

pointer
×

Gereedschap

Een mandenvlechter heeft op zich niet veel gereedschappen nodig. In feite is een mes voldoende om zich te kunnen redden. Verder is het veelal specialistisch wat hij speciaal laat maken. Onderstaand gereedschap is in principe om het werk makkelijker te maken:

  • plank of soort van tafeltje, zeer laag, schuin afhellend, waarop het werk wordt vastgezet.
  • priem, rechte, krommen of holle om het werk vast te zetten, om te ruimen
  • gewichten om het werk te verzwaren; geeft stabiliteit
  • klopijzers rechte en kromme om het vlechtwerk aan te kloppen of om traceringen op hun plaats te kloppen.
  • sikkel- en lancetvormige messen om wissen aan te scherpen, overlangs uit te snijden en te klieven.
  • snoeischaar om wissen over te knippen en manden uit te kuisen
  • veegmes om manden uit te kuisen.
  • kloofhoutjes om wissen in drieën of vieren te klieven
  • schaafje, al dan niet verstelbaar, om het merg te verwijderen en om gekloven wissen op dikte te trekken.
  • breedte schaafje, al dan niet verstelbaar, om schenen op gelijke breedte te trekken.
  • schenenstel om materiaal van dikte en breedte te maken.
  • vormmateriaal
  • bodemmallen voor het maken van bodemringen
  • vormmallen uit één stuk voor open vallend werk; demonteerbaar voor versmallend werk
  • ronde en ovale spanringen
  • kruisen om bij hoekig werk de hoekstaanders(hoekposten) op hun plaats te houden.
  • rotule; verstelbaar soort draaipoot om mallenwerk op te maken.
  • trekbank om met snij- of haalmes latten en stokken aan te scherpen of bij te werken.

OUD VS NIEUW

bekijk hier hoe het vroeger was en nu is

Kerkdriel in Beeld is mede mogelijk gemaak door

Class aptent taciti sociosqu ad litora torquent per conubia nostra. Quisque a vehicula magna.

Met dank aan:

Trudy de Leeuw, Theo de Leeuw, Verhoeckx Paddenstoelen, Jeroen Verhoeckx Groente en Fruit, Banketbakkerij van Leeuwen, Boerderij van Kuijk, Theo van Wanrooi, Robert van Gent, Esther van Zonsbeek, Max van Zonsbeek, Olaf van Hoften, Rob Harmsen, Gert-Jan de Rouw, Gilbert van Herwaarden, Rien Bok, Loren Nine, Ton van Hooft, Jan-Hein de Vreede, Hilda van Gent

 

Figuranten:

Isa van Beurden, Abel van Beurden, Ton van Hooft, Rob Harmsen, Rembrandt Harmsen, Theo de Leeuw, Cees Schungel, Anne van Campenhout, Alex van Campenhout, Annette Holtappels, Carlijn van Erp, Sascha van der Kammen, Martin van den Broek, Gisela Verweij, Nollie de Leeuw, Gilbert van Herwaarden, Bert van Hooft, Bart de Leeuw, Esther van Zonsbeek, Max van Zonsbeek, Trudy de Leeuw, Marjan van Vonderen, Denise van Vonderen, Bert de Leeuw, Geerke Walters- van Kuijk, Dieke Walters, Tom Walters, Henny van Kooten, Erik van Hoften, Jan Hein de Vreede, Peter de Vries, Anita Sørensen, Geeske Wildeman en niet te vergeten hond Woezel!